Vandaag: een dubbel-blogpost!
Ik deel mijn tien lievelingsboeken voor de kleuterklas, maar dat behoeft toch enige contextualisering. Dus in deze blog leg ik uit wat een goed boek dan juist zou moeten zijn, wat de criteria zijn voor een goed boek. Ik baseer me hiervoor bijna uitsluitend op The Read-Aloud Family van Sarah MacKenzie.
Dat boek lezen was voor mij immers revelerend. Het maakte de declaratie dat niet alle boeken goed zijn. Een waarheid zo simpel als wat, maar die me toch geruststelde… Voorheen maakte ik me immers wel eens zorgen dat ik vele boeken uit de bib maar niks vond. Dat lag vast en zeker aan mijn literaire onkunde? Tot een vijftal jaar geleden was er een groot gat in mijn vorming en dat was de ‘literaire feeling’. Ik begreep verhalen precies vaak niet, ik begreep niet waarom ze nodig waren, ik begreep niet wat ze wilden zeggen. Maar toen zag ik dus in dat vele boeken inderdaad gewoon minder goed zijn. Het lag dus niet aan mij om niet over te lopen van enthousiasme.
En het mooie is, beste mensen, dat ik dat literaire hiaat stilaan heb kunnen opvullen met behulp van precies de kinderboeken. De kinderboeken waren voor mij de deur naar de literaire ontplooiing. Door kinderboeken heb ik verhalen leren appreciëren, me leren amuseren bij het lezen van fictie. De laatste vijf jaar ben ik er absoluut van overtuigd geraakt hoe belangrijk verhalen zijn voor onze cultuur.
(En dat voor een huisvrouw, binnen haar vier muurtjes? 😉)
Ik ben dan ook bijzonder blij als ik zie hoe graag en veel onze kinderen lezen. Tot nu toe hebben ze allemaal hun eerste zinnetjes leren lezen op drie jaar, en op vier jaar konden ze zelfstandig tekstboeken lezen. (O ja, leren lezen is eenvoudiger dan opvoeden in deugden...)
Dus, hier zijn de criteria voor een goed boek - voor het gemak bundel ik ze maar even tot drie!
1. Een goed boek is aantrekkelijk voor alle leeftijden
Goede boeken zijn aantrekkelijk voor kinderen én volwassenen. Een voorwaarde voor een goed boek is dus dat je er als ouder ook zelf vreugde aan beleeft. Anders zal je motivatie voor de voorleesmomenten snel gaan bekoelen.
Voorbeeld: het boek Mr Stink van David Walliams dat we nu aan het lezen zijn (gieren!), Jip en Janneke (sommige verhaaltjes zou ik gewoon duizend keer opnieuw willen lezen omdat ze zo origineel en grappig zijn).
2. Goede boeken hebben een rijk taalgebruik
Goede boeken hebben een rijk taalgebruik: ze zijn rijk aan vocabularium en gevarieerd in zinsstructuur. Zoveel teksten die ze in de lagere school gebruiken bestaan uit zinnen die allemaal volgens dezelfde structuur zijn opgebouwd.
🤮 saai. Dat is gewoon niet aangenaam om te lezen. Hetzelfde met woordenschatarmoede. Als ik zie dat een boek ‘dumbed-down’ taal gebruikt of weinig grammaticale variatie vertoont, leg ik het vaak al snel terug weg.
Lees meer: Over de kledingwissel die me bijna fataal werd, zuurdesem als therapie en ons huisonderwijsrooster
3. Goede boeken hebben een rijk verhaal
Goede boeken hebben een echt verhaal. Er gebeurt iets. Daarom houd ik zoveel van sprookjes; er zit een mooie cadans in, de gebeurtenissen volgen elkaar levendig op en dat vind ik verfrissend en spannend om te lezen.
Tegenvoorbeeld: de boeken van Tiny, waar zelden ook maar iets in gebeurt. Maar toch lees ik ze met plezier voor. Waarom? De tekeningen zijn erg mooi, het verrijkt de kennis toch wel (over reizen, dieren, sporten, …) en vooral: de kinderen lezen ze graag. Het gecontroleerd toelaten van ‘minder kwalitatieve’ boeken is namelijk voordelig op lange termijn omdat de kinderen dan hun motivatie voor lezen behouden, zoals Sarah MacKenzie ook schrijft.
Tot héél binnenkort, want lees aub ook de zusterblogpost met mijn tien favoriete boeken voor de allerkleinsten.
Linde
Like, share & subscribe!
Comments