Waarom gebed een vitale nood is voor de mens, en het onderhouden van een gebedsleven leidt tot innerlijke harmonie. Een bespiegeling en een getuigenis.
Eén van de dingen die me het meest aanspreken aan de Kerk is haar antropologie. Door middel van tweeduizend jaar opgestapelde wijsheid en ervaring heeft ze namelijk een ongezien inzicht in hoe de mens in elkaar steekt. En daarom ben ik vertrouwen gaan hechten aan wat de Kerk voorhoudt te geloven (hoeveel dommer zou het immers zijn, als je erover nadenkt, om constant het warme water te willen uitvinden door te vertrouwen op mijn eigen – zo gebrekkige – nauwelijks dertigjarige wijsheid...).
Veel zogenaamd nieuwe psychologische inzichten zijn in feite helemaal niet nieuw, alleen is er nu empirisch bewijs voor. En zo ook onze nood om stil te staan en aan introspectie te doen.
De werkelijke reden voor het schrijven van deze blogppost is wat minder hoogdravend. Na een aantal jaar moeiteloos bidden valt het me de laatste maanden en jaren immers steeds moeilijker. De neiging bestaat om mijn voorgenomen gebedstijd in te korten, ‘iets actiefs’ te gaan doen… En dan moeten we terugkeren naar de bron. Waarom doe ik dit eigenlijk?
In deze blogpost zal ik het hebben over de antropologische en filosofische noodzaak om te bidden, dus beginnend vanuit de mens, niet zozeer vanuit God.
Gebed doet veel goeds aan een mens: de antropologie
‘Sine intermissione orate’ (Bidt zonder ophouden, 1 Thess. 5:17).
De aanbevolen christelijke praktijk om dagelijks te bidden kent een diepe antropologische noodzaak. De praktijk is zo fundamenteel dat als we ze vergeten, de orde in de wereld aan het wankelen dreigt te slaan.
Bidden is fundamenteel want als we het niet doen, worden we uiteindelijk gek. Anders razen we maar door. Hollen we onszelf voorbij. Ik houd erg van het Franse woord voor bezinningsdag, ‘une récollection’; dat moment waarop we na wekenlange drukke bezigheid onszelf terug ‘bij mekaar rapen’ in een langdurige reflectie.
Bidden is zichzelf terug bij mekaar rapen. Waar anders dan in het stille gebed, de persoonlijke dialoog met God, weten we weer wie we zijn, waarom we iets doen, doen we frisse energie op, bekijken we moeilijke relaties vanop een kalme afstand, weten we wat we goed en fout hebben gedaan, onderzoeken we onszelf en ‘beschouwen’ we de gebeurtenissen? Wie een gebedsleven onderhoudt kàn volgens mij geen oppervlakkig mens zijn.
Het woord ‘gebedsleven’ klinkt wellicht vreemd en zelfs achterhaald in de oren van heel wat lezers. Stamt zoiets niet uit een pretechnologisch tijdperk waarin iedereen gelovig was, waarin er weinig materiële welstand en nog minder wetenschappelijke kennis was?
Neen. De mens is een religieus wezen, en het verlangen van het menselijk hart naar stilte, diepgang, betekenis, oneindigheid, kortom naar God – blijft altijd aanwezig, ook al probeert men het te ontvluchten.
En dus zie je in een tijd waar mensen niet meer bidden een explosie aan alternatieven die dezelfde drang naar beschouwing en zinvolheid proberen in te lossen. Een sabbatjaar nemen om een wereldreis te maken. Maandelijkse sessies bij een therapeut. Mindfulness. Yoga. Steeds verdergaande kicks. Of omgekeerd, op je eentje de natuur intrekken om urenlang vogels te bekijken, een bezigheid die volgens Knack tegenwoordig helemaal in is. Minimalisme. Een high profile functie opzeggen voor een minder goed betaalde job die als zinvoller wordt ervaren en dichter aanleunt bij het ambacht (aanplanten van bloemenweides, kapster, een specialiteitenwinkeltje openhouden).
Tegenover die alternatieven (die op zichzelf zeer waardevol kunnen zijn) is bidden echter oneindig veel ‘efficiënter’. Daar staan we in rechtstreeks contact met hetgeen waar ons hart écht naar verlangt, God. En alleen God is in staat de oneindige verlangens van ons hart werkelijk te vervullen.
In het gebed zoeken we niet onszelf, maar wel de Persoon voor wie we gemaakt zijn – we treden uit onszelf. Daar zoeken we niet zomaar ‘iets’ (een zinvolle ervaring, gevoel), maar zijn we in contact met het Al. Daar zijn we niet met psychologische self-help bezig, maar onderhouden we een relatie met de Persoon die het meest om ons geeft.
Gebed doet veel goeds aan de wereld: de wijsgerige bespiegeling
De teloorgang van een gebedsleven van de modale burger kan daarnaast worden geknoopt aan bredere maatschappijfilosofische vaststellingen.
Gebed, de afwisseling werken – bidden, activiteit – passiviteit, doen – zijn zo men wil, vestigt namelijk een zekere orde in het gebruik van de tijd.
Twee eenvoudige zinnetjes uit mijn allereerste retraite zullen me mijn leven lang bijblijven. ‘Loop niet voorop. Ieder ogenblik heeft zijn eigen heden.’ Ieder ogenblik heeft zijn eigen heden. Er is een tijd om te bidden, en een tijd om te werken. Er is een tijd om te geven, en een tijd om te ontvangen. ‘Omnia tempus habent’, zegt de Schrift (Eccl. 3:1), alles heeft zijn tijd. We handelen in overeenstemming met deze natuur der dingen als we ons houden aan datgene wat we op een welbepaald moment geacht worden te doen en we niet met onze gedachten elders zitten. Leef in het nu, zou men het tegenwoordig noemen.
Op Twitter pikte ik een interessant gegeven op (het gebeurt!). In 1831 was de Katholieke Kerk tegen de invoering van straatlantaarns, omdat de orde van afwisselend dag en nacht die de Schepper heeft ingesteld zo op losse schroeven zou komen te staan.
Het is inderdaad opvallend dat in de moderne samenleving een zekere orde en ‘afbakening’ in het leven zoek is. Winkels zijn in sommige delen van de wereld 24/24 uur open. Echt aardedonkere plaatsen kan je in onze contreien ‘s nachts niet meer aantreffen. Waar het werk vroeger eindigde op het moment dat je het kantoor verliet, zijn we nu altijd e-mails aan het checken, tot zondagen en net voor het slapengaan toe. Ooit gebeurde de interactie met familie en vrienden op vaste tijdstippen, dankzij de huidige communicatiemiddelen zijn we er eerder continu mee bezig. Altijd dreigen we met ‘alles tegelijk’ bezig te zijn, terwijl ons brein maar gemaakt is voor één ding per keer. Als we niet alert zijn is er geen aparte tijd meer voor gebed, voor slaap, voor familietijd, voor werk, alles loopt in mekaar over in één fluïditeit.
Dat doet me denken aan een opmerkelijke vaststelling van de Leuvense filosoof Herman De Dijn. Hij stelde dat het typisch is voor een moderne samenleving dat verschillen worden uitgevlakt (vaak met het politiek actiemiddel van ‘de strijd tegen discriminatie’), terwijl een traditionele samenleving gekenmerkt wordt door dichotomieën. Bijvoorbeeld kent de traditionele samenleving een duidelijke afbakening tussen man – vrouw, terwijl men nu de genderfluïditeit promoot; tussen kind – volwassene met initiatieritussen om de overgang van het ene stadium naar het andere plechtig in te huldigen, terwijl men sinds de vorige eeuw het kind soms op de plaats van volwassene wil stellen; tussen gehuwd – ongehuwd, terwijl het huidige familierecht krioelt van de hybride systemen en er zovele relatievormen zijn als er mensen zijn; tussen mens – dier, terwijl de tendens in het recht vandaag is om het dier ook subjectieve rechten toe te kennen. (*Ik gebruik eigen voorbeelden, die hopelijk de stelling van professor-emeritus De Dijn correct weergeven.)
Het gaat hier niet louter om een abstracte filosofische bespiegeling… Het verband tussen gebed en orde heb ik in mijn leven op concrete wijze mogen ervaren.
Voor mij liep het ontwikkelen van een gebedsleven immers gelijk met het ontstaan van meer orde in mijn bezigheden (en een verantwoordelijkere omgang met mijn plichten, maar dat valt buiten het bestek van deze post).
Doordat ik toen (ergens in 2015) vastbesloten was om een vooraf bepaalde tijd aan God te geven iedere dag, ’s ochtends en ’s avonds, begon ik in te zien dat de tijd waarin we dingen kunnen doen beperkt was. Ik begon te beseffen dat, als ik iets moest doen op een bepaald moment, ik het werkelijk op dàt moment moest doen. Omdat ik in mijn hoofd niet meer de vluchtweg had van ‘vanavond laat’, want vanavond laat wilde ik bidden, werkte ik meer punctueel en veel intenser. Een mail sturen, een dossier rechtbankklaar maken, de laatste hand leggen aan een document: het moest gebeuren op het ervoor voorziene moment, en niet ervoor of erna. De tijd was duidelijk afgebakend, er was een tijd voor het ene, en een tijd voor het andere.
Een gevolg van deze omslag was dat ik het plots ook makkelijker had om neen te zeggen tegen bepaalde voorstellen of ideeën: morgen misschien, maar nu niet; nu is het tijd voor mijn taak op de agenda. Zelfs in mijn spreken manifesteerde zich een ontluikende orde, ik zou het zelfs een kalmte noemen. Waar ik er vroeger gewoon uitflapte wat ik dacht, vormde zich nu steeds vaker de reflex ‘zeg dat later, als de omstandigheden beter zijn; onder vier ogen’. De dingen op het geschikte moment zeggen of doen: voor onze voorouders was dat een evidentie, ik moest er op vijfentwintigjarige leeftijd nog in opgevoed worden.
Ook viel het me gemakkelijker om een beslissing of een oordeel uit te stellen. ‘Dat hoeft nu niet beslist te worden – ik zal er eerst over bidden.’ Tegenwoordig volg ik de good practice om wanneer iemand me een voorstel doet (bijvoorbeeld voor een engagement) steeds een wachttermijn te vragen om erover na te denken. Er begon een orde in mijn tijd te ontstaan… en er kwam een soort vrede over mij, want als alles zijn eigen plaats heeft, weet je dat je nu nog niet hoeft te denken aan morgen. Dat er morgen altijd een moment is om een huidige beslissing te herzien, want er zijn tussenschotten tussen vandaag en morgen, en vandaag moet ik enkel bezig zijn met vandaag. De ervaring die ik beschrijf is er werkelijk een geweest van een nieuwe omgang met de tijd.
Het is maar een van de manieren waarop in mijn leven duidelijk werd dat een christelijk leven gelijk staat aan een harmonieus leven, waar een mens in harmonie is met zichzelf. Dat is niet verwonderlijk, want God ís orde en Hij is de ‘first cause’ van alle harmonie, ook deze in mijn leven. En dus kan de dagelijkse dialoog met God ons alleen maar meer een maken met onszelf.
Tot binnenkort,
Linde.
Dank je, lieve lezer, om deze blog door te nemen! Je kan me altijd helpen om de blog te verspreiden naar meer en meer mensen door op het hartje te klikken, een reactie toe te voegen (momenteel kan dat helaas nog niet zonder inloggen), naar hem te linken op je eigen webpagina, of hem te delen op social media via de knoppen hieronder. En Ons Thuis te volgen op Facebook natuurlijk!
Waauw, deze is echt prachtig! Dank je wel, Linde!