Korte, executeerbare instructies: zo hebben we onze antwoorden als hedendaagse mensen graag. Helemaal in WikiHow-stijl, geef ik hieronder een stappenplan om het volmaaktste geluk van een mensenziel te kunnen bereiken: de Hemel.
Na de doom and gloom van de blog waarin ik verdedigde dat we uit onszelf eerder op weg zijn naar de hel, is dit een noodzakelijk te behandelen pendant voor de verlichting der zielen. Overigens: dit is het échte voorwerp van de christelijke hoop. Hoop bestaat niet uit geloven dat alles goed zal komen in dit leven. Hoop bestaat uit “naar de hemel verlangen als mijn eeuwig geluk”. Alles betrekken op het einddoel, met andere woorden. Vandaar zijn die uitersten van de mens zo belangrijk.
Natuurlijk kan je bibliotheken vullen met dit onderwerp. Het wordt dus een echte beginners’ guide. Voel je vrij om de lijst aan te vullen door te reageren in de commentaren van deze blog.
Ik heb me voor deze blogpost geïnspireerd op de immer populaire Fr Mike Schmitz. In zijn video “Do all good people go to heaven?” ontkracht hij het algemeen heersende idee – zelfs wijdverbreid onder christenen – dat je in de hemel komt door simpelweg een goed mens te zijn. Wie het Evangelie grondig leest, zal inderdaad een andere blik krijgen op het eeuwig leven.
Welke blik dan? Wat is nodig om het eeuwig leven te verkrijgen?
1. Het Doopsel
Ten eerste: gedoopt worden. Het Heilig Doopsel is in feite een tweede geboorte, namelijk een geboorte van het leven van de ziel. Van zodra we verwekt zijn als mens hebben we dan wel een onsterfelijke ziel, maar daar stroomt nog niet het goddelijk leven in. Een geboorte naar de geest is dus nodig, volgens Onze Heer in Zijn beroemde gesprek met Nicodemus:
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het Rijk Gods niet binnengaan. Wat geboren is uit het vlees, is vlees, en wat geboren is uit de Geest is geest.” Joh. 3:3.5-6
De technische term is dat de ziel vóór het Doopsel nog geen “heiligmakende genade” bezit. Volgens de beknopte catechismus van vroeger is de heiligmakende genade het volgende:
“De heiligmakende genade is een bovennatuurlijke en blijvende hoedanigheid, aan onze ziel zelf gegeven, die ons deelachtig maakt aan het goddelijk leven, ons aldus heiligt en ons verheft tot kinderen van God en erfgenamen van de hemel. (…) De heiligmakende genade is de allergrootste schat, want zij doet ons leven als kinderen van God; zonder haar zijn wij onbekwaam om verdiensten te verwerven en onze eeuwige zaligheid te bereiken.”
Door het Doopsel wordt de heiligmakende genade in onze ziel gestort, of kunnen we met andere woorden heilig worden (en dus de hemel bereiken, want alleen het heilige en volmaakte zal de hemel binnenkomen (Apok. 21:27)). Door het Doopsel krijgen we recht op de hemel, als kinderen van God.
2. Geloof in Jezus Christus
Ten tweede, zonder geloof in Christus als de Zoon van God kunnen wij de hemel niet bereiken.
Notoire woorden uit hetzelfde gesprek met Nicodemus:
“Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te veroordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. Wie in Hem gelooft wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon Gods.” (Joh. 3:16-18)
“Dit is het werk dat God van u vraagt: te geloven in Degene, die Hij gezonden heeft.” (Joh. 6:29)
“Dit is de wil van mijn Vader, dat ieder die wanneer hij de Zoon ziet in Hem gelooft, eeuwig leven bezit; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh. 6:40)
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie luistert naar Mijn woord en gelooft in Hem die Mij zond, heeft eeuwig leven en is aan geen oordeel onderworpen; hij is immers reeds uit de dood naar het leven overgegaan.” (Joh. 5:24)
Photo courtesy of Fr. Richard Heilman
3. Eucharistie
Toen ik mij eens beklaagde bij een priester over de cultuur van de likes op sociale media maakte hij een grappige vergelijking. Hij zei: “Moest Onze Heer op instagram hebben gezeten, zou Hij steeds meer volgers gekregen hebben, tot Hij begon te spreken over de Eucharistie, dan zouden zijn volgers gedaald zijn van 5.000 tot 100.”
Inderdaad, zo letterlijk en duidelijk formuleerde Jezus zijn leer over de Eucharistie dat zijn leerlingen toen al zeiden dat het harde taal was, dat het hen tegen de borst stuitte (Joh. 6:60).
Let goed op hoe expliciet Jezus spreekt:
“Ik ben het brood des levens. Uw vaderen die het manna gegeten hebben in de woestijn, zijn niettemin gestorven; maar dit brood daalt uit de hemel neer, opdat wie ervan eet niet sterft. Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.
Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld. De Joden twistten onder elkaar en zeiden: hoe kan hij ons zijn vlees te eten geven? Jezus sprak daarop tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Het is niet zoals bij de vaderen die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn: wie dit brood eet zal in eeuwigheid leven.” (Joh. 6:48-56.58)
En daarom zeg ik tot alle sympathieke protestanten die deze blog lezen dat ze absoluut naar de Katholieke Kerk moeten komen, en de enige reden is Jezus: want hier kunnen wij Hem echt – Jezus zelf – met zijn Lichaam, Bloed, Ziel en Goddelijkheid ontvangen! Het is het heiligste wat op aarde bestaat, de plaats waar hemel en aarde mekaar raken. Hij is letterlijk bij ons, in onze tabernakels en in ons lichaam, want Hij heeft gezegd “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mt. 28:20).
4. De wil van God volbrengen
Is er dan geen enkel element van “goede dingen doen” om de zaligheid te verwerven? Zijn daden van liefde dan van geen enkel belang?
Toch wel, en dat komt in dit punt aan bod.
“Niet ieder die tot Mij zegt: Heer, Heer! Zal binnengaan in het Rijk der Hemelen, maar hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is.” (Mt. 7:21)
“Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (Joh. 4:34)
Wat is de wil van de Vader dan? En kunnen wij die wel kennen?
Ja, zeker. Waar we in alle omstandigheden zeker van kunnen zijn dat het de wil van God uitmaakt, het minimum minimorum zeg maar – het vertrekpunt om een heilig leven te bereiken; dat zijn de tien geboden van God en de vijf geboden van de heilige Kerk. Ingaan op wat die in concreto betekenen in ons leven is hier onmogelijk, ik volsta ze weer te geven en te vermelden dat het samenhangende beginsel van al deze voorschriften de Liefde is.
De tien geboden van God kennen we misschien nog wel in rijmvorm:
Bovenal bemin één God.
Zweer niet ijdel, vloek noch spot.
Heilig steeds de dag des Heren.
Vader, moeder zult gij eren.
Dood niet, geef geen ergernis,
Doe nooit wat onkuisheid is.
Vlucht het stelen en bedriegen.
Ook de achterklap en 't liegen.
Wees steeds kuis in uw gemoed.
En begeer nooit iemands goed.
De vijf geboden van de heilige Kerk al minder:
Zon- en feestdag zult gij eren. (dat wil zeggen: ga naar de Mis!)
Op boet- en vrijdag vlees ontberen.
Houd de vasten ongeschonden.
Biecht minstens eens per jaar uw zonden.
En nut rond Pasen 't Brood des Heren.
Nog een laatste belangrijk punt: onze goede daden zijn slechts verdienstelijk voor de hemel in zoverre ze in gemeenschap met God zijn verricht (dat wil zeggen door een ziel die in staat van genade is). Een goede daad gedaan door een ziel die niet in staat van genade is, id est waar niet de heiligmakende genade door stroomt, bevordert niet het heil van die ziel. Ik verklaar mij nader.
Om te begrijpen hoe we de hemel kunnen bereiken, moeten we een fundamenteel kleed van westerse hoogmoed van ons afwerpen en nederig erkennen dat we uit onszelf niet in staat zijn tot het heil. Dat we gered moeten worden, met andere woorden. Misschien is dat de grootste dwaling van het hedendaagse denken: te geloven dat ik aan mijzelf genoeg heb. Dat ik God niet nodig heb.
De schrandere lezer had misschien door te slalommen langs bovenstaande bullet points zelf al de voornaamste conclusie kunnen trekken. Namelijk dat wij uit onszelf niet in staat zijn het Rijk Gods te verwerven: er is één ongelofelijk belangrijke middelaar nodig: namelijk Jezus Christus, tegelijk God en mens; die de menselijke natuur heeft aangenomen om ons zodoende de goddelijke natuur te schenken. Enkel door verbonden te blijven met Hem kunnen wij deelnemen aan het goddelijk leven, in dit leven door het geloof en na dit leven direct bij God in de hemel. “Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.” (Joh. 14:6) Enkel in verbondenheid met Hem, door het Doopsel (zo worden we als het ware ingelijfd bij God) en door de Eucharistie, verkrijgen onze goede werken verdienste.
Tot binnenkort,
Linde
Heeft deze post je geholpen of aangesproken? Klik dan op het hartje. Heb je vragen, bekommernissen, heb ik iets op een ongelukkige manier uitgedrukt: contacteer me via alle mogelijke kanalen. Doorsturen en delen van de blog wordt zeer gewaardeerd. Volg me op instagram en facebook.
Comments