Ik hoop van harte dat het goed gaat met jullie allemaal. Dat de stress, de onzekerheden, de moeilijkheden om zich aan te passen aan deze benarde coronaomstandigheden meevallen. In het bijzonder gaan mijn gedachten uit naar de zwangeren onder ons… – en zo ken ik er wel wat, uitgerekend voor april of mei. 😱
In deze blog vertel ik het verhaal van mijn laatste bevalling. En de angst die daarbij kwam kijken. En vooral: wat me bijzonder heeft geholpen.
Als je zeker wil zijn van een job met uitdaging, avontuur, grote spanning en heldendaden, moet je niet bij de politie gaan werken. Je moet verloskundige worden.
Je kan er immers 100% zeker van zijn: iedere bevalling is buitengewoon. Iedere bevalling geeft aanleiding tot een of meerdere heldenverhalen, met onverwachtse wendingen en scenario’s die je voordien niet voor mogelijk hield.
Dat heb ik aan den lijve ondervonden bij mijn eerste bevalling. Ik was wel voorbereid op een bevalling die er sowieso anders zou uitzien dan ik wilde, maar het venijnige aspect zat ‘m erin dat alles wel prima begonnen was, precies ‘volgens de boekjes’. En dus kwam de complicatie (sterrenkijkertje), de problemen met de epidurale verdoving, de immense pijn, de spoedkeizersnede die uiteindelijk onder algemene narcose moest gebeuren, en verschillende complicaties achteraf als een grote klap. Om nog te zwijgen van wat het allemaal emotioneel met me deed.
Nodeloos te vermelden dat het perspectief op een tweede bevalling, toen ik vrij kort daarna opnieuw zwanger was, me naar de keel deed grijpen.
Telkens opnieuw kwam de gedachte bij me op: wat nu als ik 100 jaar geleden die vorige bevalling had meegemaakt? Best mogelijk dat de baby en ik het niet hadden overleefd. Bij die gedachte verstijfde ik van schrik.
Iemand zei me (goedbedoelende) dat ze een geval kende dat hevige weeën kreeg, en de taxirit naar het ziekenhuis niet overleefde wegens inwendige bloeding, ter hoogte van het litteken van een eerdere keizersnede. Gevolg: een Linde die niet kon slapen die nacht.
Zo heb ik maanden rondgelopen. Met die angst om te bevallen. Tot ik het probleem te berde bracht in de geestelijke leiding. (*Geestelijke leiding zal wat raar in de oren klinken van lezers die niet met dit concept vertrouwd zijn. Het duidt eigenlijk op iets zeer simpels: een vriendschappelijk gesprek met iemand die je vertrouwt (een priester of iemand met lange ervaring in het geloof, een ‘wijze persoon’ dus), over de huidige omstandigheden in je leven, over de problemen die je ervaart, met als doel om te groeien in je leven en dichter bij God te komen.)
De priester begreep mijn bezorgdheid. Hij drukte me op het hart: ‘Overgave, Linde. Vertrouwen. Doe vele akten van overgave. Ken je het gebed 'prière d’abandon' van Charles de Foucauld? Het is een prachtig gebed, dat je veel zal helpen.’
Na het gesprek googlede ik het gebed onmiddellijk. Het raakte me diep. Het is, werkelijk, het meest ontroerende gebed dat ik ooit heb gehoord. Zoveel liefde en tederheid en vertrouwen die uit de woorden van die Franse trappist spreken. Als ik dit gebed bid, is het alsof mijn hart het onmiddellijk meebidt – ik die zoveel nood heb aan vertrouwen in de Heer, ik die zoveel alles zelf wil controleren en bezorgdheden ken en angstig raak bij de talloze ‘wat als’-scenario’s in mijn hoofd. Het herinnert mij onmiddellijk aan wat belangrijk is. Het kinderlijke vertrouwen in God, je hele leven in handen leggen van de Heer, die zoveel beter weet wat goed is voor ons, die voor ons zorgt met een vaderlijke tederheid die we ons niet kunnen voorstellen. Zonder die overgave ben ik als een verdwaald schaap.
Ik beeld het op dit bidprentje af in het Frans (naar mijn weten is er geen Nederlandse vertaling beschikbaar; en sowieso heb ik de gewoonte om als ik één keer iets in een bepaalde taal gelezen heb, het nooit meer in een andere taal te willen).
De echtgenoot en ik baden ook een noveen tot de 20ste eeuwse chemica Guadalupe Ortiz de Landàzuri, die later dat jaar zaligverklaard zou worden. We riepen haar in het bijzonder aan voor een natuurlijke bevalling, hetgeen ik zo hard wenste.
Het grote moment
De omstandigheden van de bevalling waren… turbulent.
Drie weken voor mijn uitgerekende datum zou ik stoppen met werken, zou Mathilde haar afscheid zwaaien bij de crèche, zou ik dus ‘thuisblijfmama’ worden, wat me de nodige tijd met haar alleen gaf (voor de baby kwam) om me wat in te werken in die nieuwe grote functie. Dat was het Grote Plan.
De eerste dag dat ik met haar thuis was (een vrijdag): ‘Tiens, ze gedraagt zich precies nogal hangerig.’ Vervolgens werd dochterlief lijkbleek, lag haar volledige ontbijt er terug uit, en waren mijn rok en haar kleertjes helemaal besmeurd. Spontane eerste gedachte: ‘Moet ik dít aankunnen als er straks een nieuwe baby komt en ik hier alleen ben?!’
De zondag: ik sta op met koorts, rillingen en hevige misselijkheid. Griep. De angst besloeg me alweer – in zo’n toestand wilde ik echt echt niet bevallen…
De echtgenoot kon gelukkig de week die erop volgde thuisblijven om voor Mathilde te zorgen (zijn doctoraat was net ingediend). Maar ik beterde niet. Ik heb me nog nooit zo ziek gevoeld als toen, met hoestend wakker worden en dat soort ellende.
Gelukkig hadden we heel vriendelijke verzorgsters op de crèche. Ze stonden toe dat Mathilde de week nadien uitzonderlijk terug mocht gaan, gezien mijn toestand.
De woensdagavond van die week, acht dagen voor mijn uitgerekende datum, ging ik haar wat vroeger halen voor de vaccinatie van 15 maanden. Op weg ernaar toe voelde ik… weeën. Ik herkende het heel goed. Het verschil met harde buiken was groot. Ik stelde me er meteen mentaal op in: morgen bevallen, of misschien vannacht nog? Plots, in een fractie van een minuut, stel je een volledig nieuw plan op in je hoofd om je voor te bereiden (unieke taskforce van de vrouw).
Die nacht heb ik geen oog dichtgedaan. Ik werd wakker door de weeën, moest hoesten aangezien ik nog steeds aan het uitzieken was van de griep, ik begon maniakaal de contracties te timen, maar sneller dan om de 7-tal minuten kwamen ze niet. De volgende ochtend had ik gelukkig een consultatie bij de gynaecoloog. Tegen dan waren de weeën weer stilgevallen. De gynaecoloog deed het onderzoek, en ik keek hem aan, opgetogen en verwachtend dat hij zou knikken: ‘Vlug naar de verloskamer mevrouw, u staat op bevallen!’ Het oordeel luidde: ‘U heeft al een béétje ontsluiting mevrouw, a tip of finger!’
Ik kon wel huilen.
Die situatie sleepte dagen aan, telkens met slapeloze nachten. Ik kon niet slapen door de pijn van de contracties, maar deze ‘zetten nooit door’, ze vielen sowieso op een bepaald ogenblik min of meer stil. Mijn slaaprantsoen bestond uit af en toe kleine beetjes overdag slapen, met Mathilde ondertussen in de crèche. Die nachten zal ik me altijd herinneren als de nachten waarin ik ‘op repeat’ de vierdelige documentaire van Alaska: a year in the wild op VRT NU heb bekeken. Met oortjes onder het deken in ons bed, en om de zoveel minuten op pauze drukken om te puffen. Daarbij hopend dat ik de echtgenoot niet wakker maakte – of hem af en toe expres wakker schuddend, uit radeloosheid.
Daarbovenop waren die dagen werkelijk helse dagen.
De donderdag hebben we ons huis gekocht. (Stel je voor: met een uitgestreken gezicht proberen ja-knikken wanneer de verkoper de grondplannen en tal van technische details overloopt.)
De vrijdag heeft de echtgenoot de voorverdediging van zijn doctoraat gedaan. (Tot een uur voordien wisten we niet of het kon doorgaan. Die ochtend kwamen de weeën om de 5 minuten, dus het was sowieso ‘high risk’.)
Tegen zaterdag was ik: kapot.
Ik begon te denken dat deze toestand nog veel langer zou kunnen aanhouden. Ik voelde me een dier dat koortsachtig gedurende dagen in een bos rondloopt al bevallend, een geschikte plaats aan het uitzoekend om haar jongen te baren. Toen begon ik allerlei evidenties in vraag te stellen op maatschappelijk gebied (eigenlijk denk ik nu dat ik totaal begon door te slaan). Bijvoorbeeld: waarom zie je eigenlijk nooit bevallende vrouwen over straat lopen? Waarom is dat eigenlijk sociaal not done?
Maar werkelijk – ik kon niet meer, en ook het ‘huisarrest’ omdat ik zichtbaar pijnlijke contracties had was me mentaal te veel. Dus zijn we die ochtend naar de supermarkt gegaan, met z’n tweetjes, de echtgenoot en ik. (Mathilde was sinds vrijdagavond bij mijn schoonouders, dat was nog zo’n verhaal, met valiezen naar de crèche en het station Brussel-Zuid hollen om haar supernipt op tijd op de trein te kunnen afzetten, terwijl ik dus geregeld een wee kreeg.)
Dat winkelbezoek was in feite legendarisch. Thomas moest me om de zoveel stappen ondersteunen omdat ik in elkaar stuikte door een wee. Aan de kassa (ja, natuurlijk net toen we moesten betalen met een lange rij mensen achter ons) stelde de verkoper me een vraag, waarbij ik opnieuw een contractie voelde opkomen, en ik onmogelijk kon antwoorden. De menigte vroeg of ze de hulpdiensten moesten bellen. We wuifden het lacherig weg, haha neen hoor, wat denkt u wel.
Ons plan was om vrienden te zien, want we waren uitgenodigd voor een bedevaartje die namiddag met een groep jongeren enkele treinstations verder. Voor we de trein zouden nemen zouden we binnenspringen op het verloskwartier van het ziekenhuis, om advies en mentale bijstand te vragen. De zon scheen, en wij dus, door de winkelstraten, te voet van de ene kant van Brussel-centrum naar de andere. Het leverde nogal ogen op. (Sindsdien ben ik dus van oordeel: voor elk maatschappelijk niet-aanvaard gedrag bestaat een excuus.)
En toen op het verloskwartier heb ik mijn engel ontmoet. Dat zie ik achteraf gezien als een eerste verhoring van onze smeekbeden. De vroedvrouw die voor mij de deur opendeed was uitzonderlijk in haar zachtheid, rustige stem, lieve blik. Haar aanwezigheid en bezorgdheid alleen al stelden me op mijn gemak. Nadat ik mijn verhaal uit de doeken had gedaan deed ze een onderzoek.
Het oordeel: bijna halfweg in ‘centimeters’.
Ik kon opnieuw bijna huilen, maar nu van opluchting. Er was een lichtpuntje te zien aan het eind van de tunnel.
We moesten drie uur blijven, wat rondlopen in het ziekenhuis, en dan zou dezelfde vroedvrouw opnieuw onderzoeken en evalueren. In die tijd hebben we zowat een volledige rozenkrans gebeden, als het niet meer was (dat zijn honderdvijftig weesgegroetjes, lieve lezer). Al rondwandelend in de benedenverdieping waar normaal de gynaeco-consultaties doorgaan, die nu volledig verlaten was.
Ik heb toen ook gebeld met mijn vriendin Noëlla. Tweede verhoring van het gebed. Door dat gesprek, en pas nu, kon ik het allemaal loslaten. Ik richtte me tot de kleine in m’n buik en zei zonder woorden: je mag komen wanneer je wil, jongen. Je mag komen wanneer je wil.
Noëlla vertelde me ook dat elk van haar zonen is geboren op een wijze die hun karakter al aangaf. Bijvoorbeeld woest, punctueel, avontuurlijk. Tot op vandaag denk ik aan dat concept en ik kan alleen maar bevestigen dat ze gelijk heeft – al zoek ik nog steeds naar woorden om de respectieve bevallingen te beschrijven. Bij Mathilde misschien uitbundig, expressief, verrassend. Bij Theodoor stiller, vroegtijdig, een bloem die niet meteen zijn prachtige bloemen laat zien.
Bij het onderzoek bleek dat we konden blijven. De baby zou dus vanavond of vannacht geboren worden. Mijn bloeddruk was ook goed gezakt, waar het bij het eerste onderzoek nog stresserend hoog stond (clercqskes hebben nochtans van oudsher een lage bloeddruk, het was de eerste keer dat bij mij een hoge was gemeten).
De echtgenoot spurtte derhalve naar huis om de nodige spullen te halen. Voor zijn afwezigheid was ik echt bang, want ik had er slechte herinneringen aan door de vorige bevalling. Ik wist inmiddels ook uit ervaring dat er heel plots een weeënstorm kon opsteken. Maar er was een nieuwe verrassing voor mij in de maak…
Mijn ouders. Die kwamen terug van een evenement in Limburg en wilden me graag in levenden lijve een hart onder de riem komen steken.
Je moet weten, lieve lezer, mijn ouders hebben de gewoonte om de gekste dingen te doen. Ze zijn er dus in geslaagd om in het verloskwartier te geraken (waar normaal absoluut niemand binnen mag buiten de partner, zelfs eigen kinderen niet). En dan vond mijn pa het dringend nodig om nog een foto trekken – net toen ik een wee kreeg nota bene. Topfoto!
God zij dank kon er een ‘wissel van de bijstand’ plaatsvinden, want net toen zij weggingen kwam de echtgenoot terug. En juist voor hij binnenkwam begon die vermoede weeënstorm. Het was perfect getimed.
Ik voelde: nu begint het echt. In dat zenuwachtige besef was eerste wat ik deed, het gebed van de Foucauld opnieuw bovenhalen. Om me volledig toe te vertrouwen aan de zorgen van God. Het was een uniek moment, dat ik nooit zal vergeten.
Thomas zorgde voor de nodige ontlading (Ik vermoed dat hij geld zou kunnen verdienen met zijn coaching tijdens bevallingen. Vooral mentaal heb ik zijn bijstand echt nodig, niemand kan me zo geruststellen als hij.) Onlangs vond ik een ‘relict’ terug: enkele mopjes van tijdens de bevalling die ik neergeschreven had op mijn gsmnotitie getiteld ‘Thomas moppencorner’. ‘Ik vind hem nu al beestig Theodoor.’ ‘Ja schatje wat verwacht je… je hebt gevraagd om een voor-spoedige bevalling!’ Het waren maar enkele flarden van een continue supply aan noodzakelijke humor.
Proefondervindelijk had de vorige bevalling me geleerd: op tijd vragen naar een anesthesist. Tegen het advies van de vroedvrouwen in om nog een uurtje te wachten, drukten we op die bel, want ik voelde dat het heel snel pijnlijker én frequenter werd. Het was de juiste keuze.
De ervaring met de anesthesist was totaal anders dan bij mijn vorige bevalling – nog iets waar ik erg dankbaar voor ben. Ze sprak prima Nederlands, toonde zich oprecht bezorgd, legde alles stap voor stap uit, was beschikbaar om te komen herevalueren. Toch waren er opnieuw problemen met de epidurale. Het verdovingsmiddel sorteerde geen effect, na een kwartier niet, na een halfuur niet, na drie kwartier niet. (En mannen, vrouwen; met weeën elke twee minuten volledig stil moeten liggen op je rug doet PIJN.) Er was al twee keer extra verdovingsvloeistof toegediend.
Ik raakte in paniek. Ik begon opnieuw te vrezen dat we op een akelige afloop afstevenden… Zelfs met de grootste moeite kon ik mijn paniekgedachten nauwelijks onder controle te houden.
Tot Thomas me dit filmpje toonde. Het was een filmpje dat mijn schoonouders ons, God zij dank denk ik nu (again!), hadden opgestuurd. Mathilde had die dag onder een stralende zon ‘gewerkt’ in hun tuin.
We hebben het vijf, tien keer opnieuw bekeken. Het was zo’n verademing, dat gekke peutertje zien, dat zich niets aantrok van alle moeilijkheden en afzien in de wereld.
De echtgenoot herinnerde me ook: probeer eens te bidden. In alle paniek was ik de gebedsmodus volledig terug kwijtgeraakt. Hij zei me dat ik moest denken aan alle mensen die nu voor ons aan het bidden waren – want we hadden berichtjes gekregen dat er tal van mensen waren ingeschakeld om op dit eigenste moment voor ons te bidden. Dat gaf me een stevig fundament. Die bijzondere bovennatuurlijke solidariteit, het raakte me. Op de meest intense momenten van lijden komen ook vaak de mooiste gevoelens naar boven.
En toen kwam de ontknoping. De epidurale begon plotseling te werken. Ik voelde nog dat ik contracties had. En dat was het. Geen, of nauwelijks nog, pijn. Op dat moment viel alle – werkelijk alle – last van mijn schouders.
Ik heb toen lang (een uur wel denk ik) met de vroedvrouw gesproken. Over vanalles. Het was het eerste moment in drie dagen tijd dat ik volledig tot rust kon komen. Dat was zo, zo welkom.
En vanaf dat ogenblik ging het razendsnel.
Theodoor is een kleine twee uur later geboren, op perfect natuurlijke manier… Wat waren en zijn we daarvoor dankbaar! Naast de naam van zijn peter en meter heet Theodoor nu Guadalupe.
En de vroedvrouw? Die is tot lang na haar shift gebleven om onze bevalling tot een goed einde te brengen. Ze is bijna geen seconde van mijn zijde geweken.
Thomas na de bevalling, rond een uur of twaalf. Bevallen is lastig voor echtgenoten.
Verder durven kijken dan de pijn
Misschien denk je aan de hand van dit verhaal dat dat toch allemaal maar zwaar was. (Of misschien ben jij een heldin die iets zoveel spectaculairders heeft meegemaakt…) Wel: ik zie het geheel echt als een gezegende bevalling. Dat meen ik. Er waren zoveel details die het uiteindelijk tot een positieve ervaring maakten voor me. Ik ben enorm dankbaar.
Ervaringen als deze leren me ook dat het onjuist is een gelukkig leven gelijk te stellen met een leven zonder afzien. Het geheim voor een geslaagd leven is niet het uitschakelen van alle pijn en moeilijkheden. Het is een hart vol van liefde hebben.
Derde en laatste les: pijn is relatief, en vrouwen kunnen er véél van aan.
Onlangs had ik een gesprek met een nicht van me, die de omstandigheden van haar eerste bevalling uit de doeken deed, nu ongeveer tien jaar geleden. Vanuit een buitenstaander perspectief is dat eigenlijk een verhaal om nachtmerries van te krijgen. Als de zaken een beetje anders waren gelopen, had het best gekund dat ze het leven had gelaten. En wat was haar commentaar? ‘Ik zou het zo opnieuw doen.’
Zo’n commentaar, lieve mensen! Kan je het je voorstellen! – neen, je kan het je niet voorstellen, want ‘menselijk gezien’, economisch gezien, rationeel gezien, is deze uitspraak absurd.
Deze commentaar legt wel bloot hoe uniek en prachtig en ongelofelijk vrouwen zijn. De vrouw heeft een unieke gave om leed te dragen (zelfs ongezien leed), om haar leven op het spel te zetten ten behoeve van iemand anders, om datgene te doen voor een andere persoon wat niemand mogelijk achtte. De vrouw is een mysterie. In ons vrouw-zijn geven we diepe lessen van wijsheid aan de wereld.
En dit is mijn boodschap aan meisjes of vrouwen die bang zijn om te bevallen: wees niet bang. Vertrouw. Leg alles in de handen van God, als je gelooft, of doe het nu, als je nog niet gelooft. Je kan het aan, er zit een ‘oerkracht’ in jou die op zo’n moment naar boven zal komen, ook al kan je je dat nu niet voorstellen. Deze zin van de heilige Josemarià Escrivà slaat nagels op koppen: ‘Is het niet waar, dat zodra je ophoudt bang te zijn voor het Kruis, voor wat de mensen een kruis noemen, zodra je je ertoe aanzet de goddelijke Wil te aanvaarden, dat je dan gelukkig bent, en dat alle zorgen, alle zowel lichamelijke als geestelijke smarten voorbijgaan?’
En by the way, ik hoorde evengoed al verhalen van mama’s die probleemloos zijn bevallen en zich nadien zelfs afvroegen: Was het dat maar? Zoals ik aan het begin van deze blog zei: iedere bevalling is uniek, niemand kan voorspellen wat die van jou zal brengen, en er is geen reden om je ongerust te laten maken, door welke verhalen dan ook. Laat je niet innemen door de angst die deze coronatijden ons brengen.
En zoals diezelfde priester van het begin me zei: ‘En ook een beetje vertrouwen hebben in de wetenschap, hé.’
Dank je, lieve lezer, om deze blog te lezen! Als je er iets aan hebt gehad: je kan me helpen om de blog te verspreiden naar meer mensen door op het hartje te klikken, een reactie toe te voegen (momenteel kan dat helaas nog niet zonder inloggen), naar hem te linken op je eigen webpagina, of hem te delen op social media via de knoppen hieronder. En Ons Thuis te volgen op Facebook natuurlijk!
Dag Linde & Thomas. Heel geboeid gelezen. Mooi verhaal, mooi geschreven. Mooi gebed ook, dat zeker achterin mijn hoofd zal worden bewaard voor tijden van nood.