Terug van weggeweest!
Om een of andere reden waren het erg drukke weken, waarbij ik er niet toe ben gekomen om blogposts te schrijven. Het thuisonderwijs neemt steeds meer tijd in beslag, hoewel onze oudste nog maar 3,5 jaar is. Dat ligt aan het feit dat we nu bovenop de normale dingen ook met thema’s werken (anders raken informatieve boekjes hier nooit gelezen), zoals walvissen, de zintuigen of bergen, en vooral dat ik daarvoor dan op zoek ben naar didactisch materiaal (wat er vaak op neer komt dat ik zelf dingen ineensteek), hetgeen een flinke hap aan tijd kost uit onze geringe avondlijke ‘vrije tijd’. Ik vind het wel bijzonder fijn dit te mogen doen. Donderdag was ik in de bibliotheek (aan het zoeken naar een boek over onkruid, zo gek zijn we hier wel, maar gelukkig heeft Nowelja mij verblijd met een exemplaar) en ik raakte bijna in vervoering bij de gedachte: WE GAAN DIT ALLEMAAL OOIT LEREN!
(We plannen trouwens een conferentie voor katholieke thuisonderwijzers op 14 augustus. Binnenkort meer informatie beschikbaar op de agenda van deze blog, maar bij interesse kan je alvast steeds contact met me opnemen.)
De orde van de dag: iets over mijn geloofsweg.
Onlangs heb ik de eer gehad op Radio Maria te mogen vertellen over mijn bekering. Het heeft me gemotiveerd om sommige ervaringen of inzichten meer onder woorden te brengen. Deze blog vormt er een aanvulling op. Hoe is God in mijn leven gekomen? Een samenvatting aan de hand van muziek.
Mijlpalen op mijn geloofsweg aan de hand van muziek
Kunst is fantastisch omdat het het vermogen heeft om de mens op een unieke manier te raken.
Ik heb altijd van muziek gehouden, en sinds mijn LLM-jaar in Cambridge des te meer. Ik had de eer om twee semesters te zingen bij Corpus Christi College Choir, en daar ging de wereld van de muziek in al zijn rijkdom voor me open.
Aan de hand van de werken hieronder vertel ik een beetje over hoe God in mijn leven is gekomen, want sommige muziek speelde in die bekeringsweg een cruciale rol.
Als iemand gebaseerd op mijn profiel zou durven denken dat het hier uitsluitend om brave religieuze muziek gaat: BALANCEER UW VOOROORDELEN!
… en laat ze vervolgens weer de vrije loop, want de lijst hieronder is 100% kloosterproof. Met andere woorden: enkel in te verdiepen voor “meerwaardezoekers”, mensen met “aandacht voor fijne cultuur”, “connaisseurs de musique” etc.
Mahler – Symphony no. 5 in G, adagio
Geen enkel stuk heeft voor mij zo’n betekenis als dit nummer. Het is letterlijk de muziek waarbij ik tot geloof ben gekomen.
De setting: augustus 2012, woelig jaar achter de rug, gebroken vakantierelatie, verdriet, crisis in vriendschapsrelaties en in zingeving in het algemeen (wie ben ik? wat moet ik doen?). In groot innerlijk onevenwicht. Op een warme nazomerochtend was ik aan het studeren op mijn kot in Leuven voor een van de vakken filosofie die ik bij mijn rechtenstudies deed en in tweede zit aflegde. Ik ervaarde, zoals vaak die weken, een moment van allesoverheersende stress en zwaarte. Ik nam mijn dagboek om te schrijven. Ook legde ik de symfonie van Mahler op: ik had die muziek leren kennen op een summer school in Cambridge enkele weken voordien – een onvergetelijke reis die mijn intellectuele horizonten wijd had opengetrokken, contact had gebracht met internationale en academisch erg rijpe jongeren met wie ik voortdurend discussies voerde over thema’s gaande van de geschiedenis van het Engels recht, tot de kerkvader Hiëronymus, tot de tijdsgeest in de VS. Die zomerschool had op mij een ongezien effect, want voortaan was er voor mij geen maatschappelijk gegeven meer dat evident was, ik zag voortaan alles veel breder (historisch, filosofisch etc) en dacht over alle dingen diep na (wat ook de reden was voor mijn onrust, want terug in België ervaarde ik een soort vervreemding van het leven dat ik aan het leiden was, de vriendschappen enzovoort).
En tussen alle innerlijke agitatie door, verwonderde ik me over de schoonheid van de muziek. Ik schreef ‘Eeuwige schoonheid. Dat ontroert me. Ik hoef er niets bij te denken. Ik moet me overgeven. Ik moet geloven. Dat is het. Geduld hebben, dat is geloven. Ik moet geloven.’
En op dat ogenblik, onder de zo zachte en tedere tonen van de strijkers in de symfonie, kwam er een even teder licht over mij en wist ik: ik geloofde in God. Ik aarzel om het begrip ‘goddelijke interventie’ te gebruiken omdat dat een soort beeld oproept van mediterende mensen die beginnen te zweven. Terwijl het werkelijk een gebeurtenis was die plaatsvond in mijn ziel. De genade die God mij gegeven had (want het geloof is een genade, geen zaak om op eigen kracht te verwerven) om in Hem te geloven.
Al die tijd had ik me verdiept in ideeën en overtuigingen die ik interessant vond, maar voor het eerst in mijn leven geloofde ik zelf ook iets. Namelijk dat God bestond – en ik wist op datzelfde moment ook dat ik dat geloof nooit meer zou kwijtraken. Het voelde echt aan alsof die gedachte in mijn ziel werd gelegd.
Zo onder de indruk van die ervaring, heb ik toen onmiddellijk mijn valies ingepakt en ben ik op de trein gesprongen naar Izegem, waar mijn ouders wonen. Tijdens de treinrit is het gebed tot de Heilige Geest voor mij werkelijk geworden: “Zend uw Geest uit en zij zullen geschapen worden, en Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen.” Ik keek naar buiten en alle puzzelstukjes van de wereld vielen precies in mekaar, met God als eenmakend beginsel, alles had immers een zin en een doel, ik kon bijna voelen dat God zich over zijn schepping ontfermt. Het was pure genade. Ik bleef de muziek van Mahler op repeat zetten (toen nog op iPod). De tranen rolden gewoon onophoudelijk van mijn wangen.
Het eerste zaadje van mijn geloofsweg was gelegd.
Tomas Luis Vittoria – O vos omnes
Het gekke is dat God soms van heel onverwachtse instrumenten gebruik maakt om iemand naar zich toe te trekken. Bij mij was dat bijvoorbeeld het boek ‘Religie voor atheïsten’ van de vermaarde atheïst-filosoof Alain de Botton, dat we in 2012 in de religielessen aan de KULeuven hadden besproken en dat me gek genoeg tot het christendom aantrok. Maar hier wil ik het hebben over een ander element, namelijk professor Moyaert en zijn lessen wijsgerige antropologie aan het HIW. Moyaert, zelf geen christen (want gaf met evenveel vuur les over Freud en zelfs de perversiteiten van markies de Sade moesten worden bestudeerd in de gastcolleges), wijdde enkele hoorcolleges aan de mystieke weg van Theresia van Avila, een zestiende-eeuwse heilige. Het interesseerde me mateloos. Moyaert schreef ook een boek dat ik toen in een tweedehands boekwinkeltje in de Diestsestraat had gevonden: De mateloosheid van het christendom (1998). Het idee dat het christendom verder gaat dan wat de rechtvaardigheid en de rede gebieden, dat er een ongeziene hoogte is van de liefde eigenlijk, intrigeerde me erg.
Tientallen keren heb ik in die periode geluisterd en gekeken naar O vos omnes, een stuk van tijdgenoot van Theresia Tomás Luis de Victoria, bij beelden van het meesterwerk ‘De extase van Theresia’ van Lorenzo Bernini.
De polyfoonse tonen op Latijnse tekst gaven voor mij een grote mysteriositeit te kennen, net als de vervoering van de heilige Theresia, die ik niet begrijpen kon. Het gaf mij een verlangen naar en openheid voor het transcendente. En een soort wetenschap dat we in de huidige samenleving (lente 2013) iets kwijt waren geraakt, iets bijzonder groots.
Enkele maanden nadien vond de retraite plaats die mijn leven heeft veranderd, maar daarover vertel ik meer op het interview.
Thomas Tallis – Lamentationes (Jeremiae)
Dit moet misschien mijn favoriete stuk muziek ooit zijn. Ik leerde het kennen toen ik al in Cambridge studeerde in 2014 (ook een prachtige uitvoering gezien door de Tallis Scholars in de kapel van King’s College indertijd).
Het is zoals de titel het doet vermoeden een klaaglied: eindigt op indringende tonen met de tekst ‘Jerusalem, Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum’ (Hosea 14:1).
Waar ik dat vroeger vanuit een afstandsperspectief zou hebben bekeken, kon ik nu de gevoelens van de profeet Jeremia meeleven. Het verdriet van God, dat de mensen ver van Hem leven. De oprechte bezorgdheid waar het heen gaat met de zielen.
Robert Parsons – Ave Maria
De maximumlengte voor een aanvaardbare blogpost is bijna bereikt, dus ik hou het kort. Luister en laat u ontroeren. Dit zingen in koorverband en later op tour in Wenen (zomer 2014) was voor mij hemels.
Op mijn allereerste retraite had ik al ontdekt hoe centraal de rol is van Maria (zij is vol van genade: niet alleen haar ziel, maar ook haar lichaam, want daarin is letterlijk God), dit lied geeft de tastbaarheid en de tederheid mee van de relatie tussen Maria en haar kind Jezus: de Heer is met u, Dominus tecum.
Ook: de wonderbare schoonheid van God, de coherentie van het geloof, van Gods heilsplan voor de mensheid (diverse stemmen passen perfect ineen), een vooruitblik op de hemel.
Paul Jernberg – The Love of God
Flash forward december 2020! Zoals gelovig opgevoede katholieken goed weten, zijn er af en toe in ’s mensen leven momenten waarop God speciale genaden schenkt om opnieuw totaal verwonderd te staan over het geloof, een dieper inzicht te krijgen, enzovoort. Een mini-bekering eigenlijk. Het ontdekken van de Mass of St. Philip Neri van hedendaags componist Paul Jernberg was zo’n momentje voor mij. Het hing samen met m’n lezing van het boek Openbaring uit de Bijbel.
Enkele zinnen uit de introïtus, The Love of God, van die Miszetting (wat overigens de mooiste Novus Orde Missa moet zijn die ik ooit te zien kreeg):
‘Bless the Lord o my soul. And all that is within me bless His holy Name.’
‘Who forgives all your iniquities? And heals all your diseases? Who redeems your life from the pit?’
Vruchten: fris inzicht over het oneindig verschil tussen schepsel (wij: niets) en Schepper (God: alles). De eer die God verdient vanuit zijn natuur. Verbazing dat God ons uitverkiest: we zijn gemaakt voor Hem. Verwondering over hoe groot het mysterie van de liefde van God is.
Tot binnenkort,
Linde
Comments