Ach, wat heb ik al weken verlangd iets te schrijven voor mijn lezerkens!
Maar het komt er maar niet van. Dat ligt niet aan geen-baby-meer Isidoor, die overdag weliswaar niet meer eet als een Uruk-Hai maar toch nog steeds veel aandacht nodig heeft... MAAR vanaf dat we hem in zijn bedje leggen in slaap valt als een steen. Dus onze avonden zijn van ons. Waaraan het wel ligt:
1) Mijn neiging om steeds meer dingetjes toe te voegen aan het dagschema (zie verder).
2) Mijn onverzadigbare honger waardoor ik zeven uur per dag nodig heb om te eten.
3) De overige zestien uur per dag die ik nodig heb om te slapen (mijn vijf marathons* hebben mij immers ongeneselijk moe gemaakt).
*Ik vond deze benaming die een vriendin gaf aan haar vijf zwangerschappen wel een leuke vondst. Ze stuurde me trouwens ook deze grappige meme:
Het Rozenhoedje
We voerden een aantal weken geleden de ‘family Rosary’ in. Als ik het zo rond me heen observeer, is na het avondeten het universele moment voor het bidden van het Rozenhoedje in gezinsverband. Ik ben blij, ik ben zeker dat Onze Lieve Vrouw blij is. Maar van innige contemplatie van de geheimen van het geloof is momenteel nog weinig sprake. De kinderen zijn dolenthousiast over het gebruik van het gebedssnoer en roepen telkens om het luidst ‘ZIJN WE HIER?’. Ik heb een ceremoniemeester nodig die het ze voordoet. En voor de rest heeft ons familiaal rozenhoedje momenteel eerder alle schijn van een disciplineringsoefening. Ik zag immers in dat kinderlijke ongehoorzaamheid tijdens het gebed niet zozeer een religieus probleem is (bijgeleerd van Kendra Tierney), maar gewoon een algemeen gedragsprobleem, zoals je dat ook zou hebben bij de apotheek of in de supermarkt wanneer er bepaald gedrag verwacht wordt.
Wat er ook van zij, ik probeer me voor te stellen dat we aan het begin van een grote leercurve staan en dat een begin sowieso oneindig veel beter is dan geen begin.
Samen poetsen, samen voorlezen
Verder werd er de afgelopen weken gepoetst op woensdag- en donderdagavond. De afgelopen jaren had ik een poetshulp, maar nu vond ik het eerlijk gezegd heerlijk om het zelf te doen, met de hulp van mijn twee oudste kinderen. (Het poetshulp-of-geen-poetshulpdebat is voor een andere blog.) Keileuk en hoopgevend en vlindertjes in de buik om hun echt wel groeiende werkethiek te zien, maar minder leuk nadat dat jonge volk in bed zat. Tegen dat moment had ik nog evenveel actieve hersencellen als mijn zak meel in de keuken.
Net voor bedtijd lees ik voor uit Narnia met team kleuters (terwijl de echtgenoot prentenboeken voorleest voor team peuters, niet omdat hij slechts zo goed kan lezen ZEKER NIET, maar omdat de ultieme tip voor grote gezinnen is dat je de voorleesmomenten moet opsplitsen*).
*De realiteit is wel dat ik de beste ben in stemmetjes verzinnen. Als papa een keer overneemt bij het voorleesverhaal is het NIET GOED omdat het niet het juiste stemmetje is.
Het gaat goed vooruit, omdat ik een hoofdstuk per dag lees, wat best veel is voor dat boek. We hebben Het neefje van de tovenaar uit en zijn nu halverwege De leeuw, de heks en de kleerkast. De beste episode was toen het ging over de ontdekking van het briefje in de grot van de faun meneer Tumnus.
Vijfjarige: “Maar heeft Peter nu maar één oog meer?”
Ik: “Huh? Wat bedoel je?”
Vijfjarige: “Zijn oog was gevallen…”
Thuisonderwijs
Volgend agendapunt: huisonderwijs. Jullie hebben nog een blog van mij te goed over onze hoogte- en dieptepunten van vorig schooljaar (ik moet die van 2023 en 2022 trouwens ook nog schrijven. Zal zéker nog gebeuren.). Laat me trouwens weten als dat je interesseert – extra motivatie. 😉
Leren lezen met de driejarige is slapstick.
Bij het zien van het licht van de engel Gabriël: “Het huis staat in brand.”
Ik: “De Heer is…” (met je) Driejarige: “getrouwd.”
Nadat ik honderd keer herhaald had wat de boodschap van de engel Gabriël aan Maria was, leg ik hem de woorden in de mond: “Je krijgt een ki…”
Driejarige: “kist.”
De tweejarige is in haar überschattigheidsfase en zegt de hele dag door “jieve mama is jief” (lieve mama is lief). Doet me een beetje beter voelen over mijn gebrek aan aandacht voor haar. Als vierde in het gezin heeft ze een hoog gehalte aan plantrekkerij. Als ik uit het raam kijk, zie ik haar lopen in de tuin met een jas die ze – warempel juist – heeft aangetrokken, twee botten aan de verkeerde voeten en een zonnehoedje ook al ziet het zwart van de wolken. Ik blijf me inspannen om toch zo vaak mogelijk boekjes voor te lezen na het middageten voor haar en haar broertje. Traditiegetrouw scoort ze 0% bij de inhoudelijke vragen.
Verhuismodus
Sinds eind augustus ben ik in verhuismodus gegaan. Dat is een beetje gek daar we de eigenlijke verhuisdatum nog niet kennen. Het zal in oktober-november zijn. Maar ik voel een enthousiasme om het allemaal in goede banen te leiden (zoals iedereen weet, is inpakken in het begin leuk en ordentelijk; op het einde smijt je de resterende dingen maar onbeschaafd in een doos).
Homesteading: waarom zou je de moeilijke weg kiezen?
Mentaal was ik bezig met de volgende topics.
Vooreerst, omdat onze oudste nu zeven wordt (tweede leerjaar) en de tijd voor een muziekinstrument dus nadert, het wel of niet van buitenschoolse activiteiten. Die bedenksels vind je in mijn volgende blog.
Daarnaast het wel of niet van een veeleisende homestead. De laatste tijd schipper ik tussen twee uitersten: ‘JAAAAAAAA alles zelf maken en hard werken!’ op goede dagen, en ‘waarom zou ik het mezelf moeilijk maken als het ook gemakkelijk kan’ op moeilijke dagen.
Het is inderdaad een relevante vraag. Waarom zou je het leven moeilijker maken als het allemaal ook gemakkelijk kan? Waarom zou je zelf je koekjes bakken, als je ze ook kan halen uit de supermarkt? Waarom zou je dieren in je tuin zetten als je ook volledig vrij kan zijn van de dagelijkse verplichtingen die ze met zich meebrengen? Waarom zou je uren en uren in een moestuin werken als je ook met de knip van een vinger groenten op je bord kan toveren?
We weten alleszins dat je eigen voedsel verbouwen volgens de Openbaring en de Traditie (de twee geloofsbronnen) niet noodzakelijk is voor je heil.
Maar wel is de Schrift doordrongen van de agrarische cultuur. Ja natuurlijk, zal je antwoorden, omdat het zich toevallig niet afspeelde in het jaar 2024!
Dat is juist. Maar toch geloof ik dat zelf je voedsel verbouwen je ergens dichter bij God brengt. Het laat je veel meer zien hoe God in mekaar steekt. Het is het leven dat we bedoeld zijn te leven, op een of andere manier (zie mijn upcoming column voor september bij Katholiek Nieuwsblad). ’t Is te zeggen: de industriële voedselproductie en de moderniteit in het algemeen is efficiënt en goed om vele mensen te voeden, maar trekt ons los van onze wortels.
En daarnaast heb ik er moeite mee dat de industriële voedselproductie niet sustainable is. Monoculturen, verlies van biodiversiteit, het forceren van de natuurlijke werking van planten en dieren om tot snellere groei en productie te komen, dierenleed. Volgens mij is de family farm nog altijd de meest duurzame vorm van voedselproductie.
In ieder geval: ik ben er nog niet aan uit wat Gods plan is voor onze eigen voedselverbouwing. Erg prioritair is het alleszins het komende jaar niet omdat we ons zullen toeleggen op ons familiebedrijfje.
Maar als u bedenkingen heeft om uit mijn conundrum te geraken: laat het me zeker weten.
Een heerlijk dagje gisteren bij @liefdevolhuisonderwijs
Tot binnenkort,
Linde
Vergeet niet op het hartje te drukken onderaan deze blog als je het leuk, leuker of héééél leuk hebt gevonden (of verschrikkelijk vond, en stuur me dan een scheldpartij per mail)
Dat voorlezen loopt hier exact zo! Tot de ogen die wegvallen en de kist krijgen ipv kind toe. Ik vind het heerlijk 🥰 Veel succes alvast met de verhuis!